Visie Type 2

Instroom

We richten ons op kinderen met een type 2 of type 4 attest dat wordt afgeleverd door het CLB. De instroom komt vooral uit onze eigen kleuterwerking. Ook interne leerlingen uit de andere types waarbij de intelligentie en SRZ opnieuw in kaart werd gebracht en waaruit blijkt dat de type 2 werking meer aansluit bij hun noden. Het CLB zorgt dan voor een type 2 attest.

Volgende leerlingen kunnen worden opgevangen in type 2: kinderen met een matige tot ernstig mentale beperking al dan niet gecombineerd met

een lichte motorische beperking

  • ASS
  • ADHD
  •  een ernstige taalachterstand
  •  emotionele problemen

Onze leerlingen kunnen we het best omschrijven als zeer moeilijk lerende kinderen. Zij kunnen vaak problemen hebben met:

  • communicatie en sociale interacties
  • planmatig en doelgericht handelen
  • selectieve aandacht
  • informatieverwerking
  • werkgeheugen
  • meervoudige taken
  • exploratiedrang en initiatiefname
  • flexibiliteit en sterke ik-gerichtheid
  • herkennen, benoemen en reguleren van emoties
  • zelfredzaamheid
  • emotioneel welbevinden

Wat willen we bereiken?

Met de nodige aanpassingen en begeleiding leren we de kinderen functioneren in een klas en een schoolse setting.

We willen er voor zorgen dat leerlingen via vaste structuren, routines en daglijnen op maat voorspelbaarheid krijgen, zich veilig voelen en met veel plezier naar school komen zodat ze zich kunnen openstellen om nieuwe uitdagingen aan te gaan. We stimuleren de leerlingen om te communiceren en leren hen het gepaste communicatiesysteem te gebruiken. Sociale vaardigheden, die nodig zijn om integratie in een school en in de maatschappij mogelijk te maken, worden veelvuldig en in verschillende situaties geoefend. Leerlingen leren de aanwezigheid van anderen te verdragen, in interactie te gaan, om te gaan met conflicten en hulp te vragen indien nodig.

Elk kind ontwikkelt verschillend op vlak van rijpheid, leertempo, leerstijl, cognitieve vaardigheden, motivatie en persoonlijkheid. Door elke leerling een aangepast leerprogramma aan te bieden, geven we hen de ruimte om te ontwikkelen op hun eigen tempo en vergroten we het aantal succeservaringen. Deze zijn belangrijk om een positief zelfbeeld op te kunnen bouwen. We zetten maximaal in op welbevinden, omdat dit een noodzakelijke voorwaarde is om verder te ontplooien. Leerlingen krijgen meer kennis in hun eigen kunnen, ze ervaren wat moeilijk is, maar weten ook waar ze goed in zijn. Hun gevoel van eigenwaarde wordt versterkt en ze leren gelukkig te zijn met wie ze zijn en wat ze kunnen.

We willen een warme, uitdagende omgeving bieden waar de geleerde vaardigheden direct kunnen toegepast worden in het dagelijkse leven. Door veel in te zetten op sociale vaardigheden, zelfredzaamheid, communicatie,vrije tijd en motorische vaardigheden leggen we een goede basis en streven we met onze leerlingen naar een succesvolle doorstroming naar het buitengewoon secundair onderwijs, zodat zij in hun volwassen leven zo zelfstandig mogelijk kunnen integreren in de maatschappij, al dan niet via een beschermd leef- en arbeidsmilieu.

Hoe werken we in de praktijk?

Om onze leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden, houden we rekening met hun ontwikkelingsniveau, ondersteuningsnoden, werkhouding, interesse en de klasdynamiek om tot een klasindeling te komen. De klasindeling komt tot stand na overleg met het team. Het aantal leerlingen per klas wordt gemiddeld op 8 gehouden.

We organiseren socialisatieklassen en stimulatieklassen. De klassen zijn zo georganiseerd dat de leerlingen die nood hebben aan meer structuur, zoals kinderen met de diagnose ASS, meer verduidelijking en voorspelbaarheid krijgen in de klas.

De verhouding tussen deze klassen hangt af van de instroom van de leerlingen en wordt ieder jaar bekeken.

Socialisatieklas:

  • Communicatie
    De communicatie wordt ondersteund door gebruik te maken van voorwerpen, foto’s, picto’s en SMOG. Leerkrachten en therapeuten gebruiken SMOG om verbale informatie visueel te ondersteunen. Deze gebaren helpen leerlingen bij hun uitspraak en verstaanbaarheid. Elke ochtend wordt er gestart met het onthaal in de vorm van een kringgesprek. De dag wordt afgesloten met een terugblik op het verloop ervan. Het uiten van gevoelens staat tijdens deze terugblik iets meer centraal.
  • Lezen
    Alle leerlingen starten met maatschappelijk lezen. Als leerlingen klaar zijn om het technisch lezen op te starten, wordt de leesmethode “lezen moet je doen” gebruikt. Eerst wordt het pictolezen opgestart om dan verder te gaan met het aanbieden van de letters. Onze pictoboekjes geven leerlingen meer leesplezier en succeservaringen. Het schrijven is aan deze methode gekoppeld. Er wordt gestreefd naar een schrijfredzaamheid. Wanneer er een andere methode gebruikt wordt, wordt dit besproken op de klassenraad. Naast het maatschappelijk lezen, wordt er ook aandacht gegeven aan het functioneel lezen (naam, adres gegevens,....).
  • Zelfredzaamheid/zelfstandigheid
    Vaardigheden functioneel inzetten, zelforganisatie en probleemoplossend denken worden stap voor stap gestimuleerd aan de hand van stappenplannen, visuele ondersteuning en nabijheid. Vanuit deze basis is het doel zelfstandig aan de slag kunnen gaan in en buiten de klas. Kinderen worden begeleid in het leren kiezen van een gepaste activiteit. We oefenen eerst bij de leerkracht en proberen vervolgens te werken naar het zelfstandig toepassen. Tijdens het eten in de klas komen activiteiten, zoals tafel leren dekken, zich gepast leren gedragen aan tafel, afruimen/afwassen en afdrogen aan bod. Leerlingen leren zelf hun boterhammen smeren. We streven na om wekelijks te koken. Een recept leren volgen, juiste hoeveelheden gebruiken en het praktisch handelen staan dan centraal. Leerlingen zonder een technisch leesniveau, lezen het fotorecept. Voorafgaand aan het koken gaan de leerlingen naar de winkel om de nodige producten aan te kopen. Als er wordt gewinkeld voor thuis of voor kookactiviteiten in de klas, worden er boodschappenlijstjes gemaakt met behulp van onze zelfgemaakte winkelkaften. Voor wie kan, wordt het geldrekenen geoefend. Ze verplaatsen zich met de fiets en oefenen ondertussen op verkeersveiligheid.
  • Sociale vaardigheden
    Via klasgesprekken, ondersteund met de nodige visualisaties (vb social scripts, relatiecirkels) spelen we in op moeilijkheden die onze kinderen ondervinden in het leggen van contact met anderen. Er wordt veel aandacht gegeven aan samen spelen en hoe om te gaan met de eigen emoties en die van anderen.
  • Motoriek
    Beweging stimuleert de ontwikkeling van de hersenen, voldoende bewegen is dus heel belangrijk. Zowel binnen de klaswerking als bij de kinesitherapeuten worden ontwikkelingsgerichte bewegingsprikkels aangeboden zodat deze kunnen zorgen voor een verdere rijping van het centraal zenuwstelsel. Het verwerven van de belangrijkste bewegingsmijlpalen zien we hierbij als een fundamentele basis. Van hieruit kunnen specifiekere fijn- en grofmotorische vaardigheden worden geoefend. Zwemmen en fietsen zijn belangrijke vaardigheden binnen onze werking. Wekelijks geven de kinesitherapeuten samen met de klasleerkracht sherborne om de leerlingen te leren genieten van lichamelijk contact, zich bewuster te maken van hun eigen lichaam en plezier te beleven aan het samen bewegen. Zowel via klastherapie als in individuele begeleiding wordt motoriek geoefend met als doel het functioneren te verbeteren van de leerling, op school en daarbuiten.
  • Cognitief aanbod
    Vanuit de interesse en leefwereld van de kinderen, wordt een thema gekoppeld om zo de leerstof beter op te nemen. We werken zo veel mogelijk vakoverschrijdend om beter tegemoet te kunnen komen aan het functioneel werken, het levenspraktisch handelen en de zelfredzaamheid.

Stimulatieklas:

In de stimulatieklas wordt de dagindeling gebaseerd op de individuele noden van de leerlingen en worden ze gestimuleerd om op hun eigen tempo te ontwikkelen, steeds met de nodige aandacht voor hun welbevinden. In deze klas(sen) primeert naast de basale stimulatie en basisveiligheid ook de zorg.

  • Basisrust en -veiligheid
    Om onze leerlingen optimaal te kunnen begeleiden is er basisrust nodig. Voorspelbaarheid, structuur en routine dragen hiertoe bij. Om te komen tot welzijn, voorzien we in de primaire behoeften van de leerlingen en zetten we in op nabijheid, prikkel- en emotieregulatie. Ontprikkelen doen we door te wandelen, fietsen met de bakfiets, snoezelen,...
  • Communicatie
    De kinderen leren communiceren op manieren die voor hen haalbaar zijn. We hebben oog voor de kleine stappen die onze leerlingen zetten om de voorwaarden tot communicatie te ontwikkelen. Veel activiteiten zijn erop gericht om communicatie uit te lokken en te stimuleren. Enkele voorbeelden van activiteiten zijn Hokus Pokus en schimmenspel.
  • Redzaamheid
    Zelfredzaamheid wordt stap voor stap gestimuleerd aan de hand van nabijheid. Binnen een huiselijke sfeer zetten we in op beleven en stimuleren we tot meewerken tijdens de eet- en toiletmomenten.
  • Motoriek
    Idem socialisatieklassen.
  • Aanbod
    Binnen het kader van basale stimulatie bieden we materialen en prikkels aan. Op deze manier leren de leerlingen zintuiglijke prikkels verwerken, ervan genieten en ze uiteindelijk inzetten om te komen tot leren. De kinderen leren door nabootsing, exploreren en experimenteren.

Onze werking:

Omdat ieder kind volgens de eigen mogelijkheden moet kunnen ontwikkelen, is het waardevol dat leerkrachten worden ondersteund door een gespecialiseerd team. Dit team bestaat uit een logopedist, een ergotherapeut of kinesist, een orthopedagoge en een coördinator.

Kinderen die het emotioneel moeilijk hebben, kunnen ondersteund worden door een “praatjuf”. Therapeuten bieden hulp in de klas, maar geven ook individuele therapie. Onze logopedisten zorgen vooral voor het optimaliseren van de spraak- en taalontwikkeling, ze begeleiden de communicatie, ondersteunen mee het leesproces en volgen de spelling mee op.

De kinesisten ondersteunen bij het oefenen van de psychomotoriek, de werkhouding en zij begeleiden het rekenen.

3x per jaar wordt er een klassenraad gehouden, waarop de zorgbehoeften en ondersteuningsnoden van ieder kind, in team, worden besproken. Omdat een goede samenwerking met ouders belangrijk is worden zij 2x mee uitgenodigd op dit overleg. Ouders kunnen ook 3 x per jaar naar het oudercontact komen om de evolutie van hun kind te bespreken met zowel leerkrachten, vakleerkrachten als therapeuten.

Leerlingen nemen dagelijks hun aangepaste communicatieschrift/agenda mee naar huis zodat de ouders mee kunnen volgen wat er gebeurd is of nog zal gebeuren.